Een historisch overzicht van de drie botters van de Stichting tot behoud van Kamper Botters.
In de tijd dat de Zuiderzee nog een grote plaats innam in het hart van ons land (letterlijk en figuurlijk) werden de wateren ervan bevaren door ruim duizend zeilende vissersschepen. De meeste hiervan waren botters, die ongeveer 13 bij 4 meter maten en om en nabij honderd vierkante meter zeil konden voeren. Het waren schepen van een specifiek model, uitermate geschikt voor hun water en hun doel, en ze bezaten kostelijke zeileigenschappen. Zij bepaalden het gezicht van de beroemde binnenzee. De afsluiting en steeds verder voortschrijdende droogmaking van de Zuiderzee (later IJsselmeer) deden de visserij en de vissersvloot steeds meer inkrimpen. Ook de kwaliteit van schepen ging achteruit; veelal was het niet meer rendabel vernieuwingen of grote reparaties uit te voeren, het onderhoud werd tot een minimum beperkt en vele schepen kregen een “blikken doodshemd” aangenageld om daarmee hun tijd uit te dienen. Al spoedig na de oorlog begon het erop te lijken, dat de zeilende vissersschepen voorgoed tot het verleden zouden gaan behoren.
Tegelijkertijd echter groeide het aantal schepenliefhebbers, die van mening waren dat deze schepen varende monumenten waren, die een grote cultuur vertegenwoordigden en die niet mochten verdwijnen. Diverse enthousiastelingen (al gauw samenwerkend in de Vereniging Botterbehoud), kochten oude krakkemikkige botters op, restaureerden ze en brachten ze opnieuw in de vaart. Als gevolg hiervan zijn er tegenwoordig weer vele tientallen behoorlijke botters te bewonderen op het IJsselmeer en aangrenzende wateren.
Weliswaar was in Kampen de visserij nimmer van overwegend belang, maar de vissers vormden niettemin een belangrijke en markante groep in de samenleving en hun schepen, zoals die met bolle zeilen bruisend de IJssel op kwamen zeilen, of zoals ze, keurig afgetuigd, in de Brunneper havens lagen te rusten, waren hun stadgenoten zeer dierbaar Het heeft vele Kampenaren verdroten, dat de Kamper botters naar het Gat van Seveningen werden verstoten en vervolgens geheel uit beeld raakten. Het is eigenlijk niet meer dan logisch, dat er in 1994 een stichting in het leven werd geroepen, die ten doel had de botter terug te brengen naar Kampen; ook in onze stad mocht een dergelijk karakteristiek varend monument niet langer ontbreken.
Voorwaarde bij dit streven was wel, dat men moest kunnen uitgaan van een originele botter. Nog in het oprichtingsjaar wist de stichting de hand te leggen op een resterend deel van de KP32, een botter gebouwd in 1901 en rijk aan Kamper historie. De gebroeders Menno en Themmo Drenth hadden ermee gevist van 1915 tot 1958 (!) en tussendoor hadden ze met dit schip nog reddingen verricht, voedsel vervoerd en mensen overgezet toen in de oorlog de Lange Brug was opgeblazen. Na 1958 had de krasse schuit nog dienst gedaan als plezierjacht tot 1981.
Wat er in 1994 over was van het roemruchte schip was weinig meer dan de helft, maar de eigenschappen van dit gedeelte waren zodanig, dat het alleszins de moeite waard leek de botter weer in oude luister te laten restaureren. Met de geldelijke steun van sponsors, donateurs en de gemeente Kampen, en de vakbekwaamheid van de botterwerf Nieuwboer in Spakenburg, lukte het de Stichting tot Behoud van Kamper Botters om in mei 1997 de KP32 weer in de vaart te brengen. Thans is deze botter een sieraad van de Kamper wateren en een gewaardeerde gast bij botterreunies en -wedstrijden.
Inmiddels was het bestuur van de stichting zich er wel van bewust, dat de Kamper visserij van voorheen niet alleen dreef op botters, maar ook op andere typen schepen. Met name punters in soorten en maten speelden een grote rol. Met subsidies van de gemeenten Kampen en IJsselmuiden en stichting “Ons Erfgoed” lukte het ook nog in 1997 twee originele punters in de vaart te brengen, nl. de GT29, een geheel gerestaureerde Grafhorster punter, en een Kamper punter, KP3, nieuw gebouwd volgens de oorspronkelijke maten.
De Kamper botter KP41 ligt na veel jaren over de Nederlandse wateren te hebben gevaren, weer in de Buitenhaven in Kampen. Kampenaar Jan Diender gebruikte de KP41 tot 1921 als visboot, wat de terugkeer naar haar thuishaven zeer bijzonder maakt. De stichting werd bij de aankoop ondersteund door de SNS-bank. Het is aannemelijk dat de historie van de KP41 op de Kamper Scheepswerf van Schepman ligt. De leeftijd van de boot zal zo’n 120 jaar oud zijn. Diender heeft tot 1921 met de KP41 gevist. Daarna verkocht hij hem aan Kwakman uit Vollenhove en werd hij gedurende een jaar of twintig veerman tussen Brunnepe en Kampereiland.
Toen Kwakman de KP41 kocht, bracht hij het registratieteken VN43 erop aan, het nummer van zijn visvergunning. Kwakman viste tot 1939 met de botter en verkocht hem aan een onbekende visser. In 1971 kochten de gebroeders Miedema uit Franeker de botter zonder registratienummer van een particulier uit Hoogkerk bij Groningen. In de afgelopen dertig jaar verrichtten zij veel restauraties aan de boot. Bij het weghalen van het blik, dat op het hout was getimmerd, kwam de registratie VN43 aan het licht. De Friese broers vonden ook een grootzeil met daarop geschreven KP12. Berry Zandbergen van de Kamper botterclub ontdekte de advertentie waarin de VN43 te koop werd aangeboden.
Nog voor de oprichting van de Stichting tot behoud van Kamper Botters zagen wijlen Henk Bastiaan en Berry Zandbergen, in 1994, in Steenwijk de KP 118, een schip met een rijke en bijzondere historie, gebouwd in 1909.
Het duo wilde het schip graag kopen om te restaureren, maar het kwam er aanvankelijk niet van. De inmiddels gerestaureerde KP118 is sinds november 2006 eigendom van de Botterstichting..
De Fries Broer Blaauwbroek kocht in 1994 de KP118 en restaureerde de botter. Het schip is in 1909 gebouwd in Huizen op de werf van Schaap. Voor een botter is het een forse, met zijn lengte van veertien meter en breedte van vier meter twintig. De eerste eigenaar was de Huizer visser Cornelis Kok en hij werd gedoopt als de HZ50. Kok voer er tot 1936 mee toen hij hem verkocht aan de Urker visser Jacob van Slooten, het kreeg de aanduiding UK26 en, naar Urker gebruik ook nog eens een naam, de Neeltje.
Van Slooten is de grootvader van Jelle van Slooten die in Kampen aan de Theologische Universiteit studeerde en inmiddels dominee is in het Drentse Westerbork. Hij is vanmorgen eveneens van de partij. Grootvader Van Slooten verkocht het schip in 1946 aan de Kampenaar Gerrit van Dijk, bijgenaamd “de Keie”. Het schip werd de KP118, en Van Dijk heeft er tien jaar mee gevaren en gevist.
Zoals bij alle schepen was het nummer gekoppeld aan de visvergunning. In 1956 kochten de neven Jan Willem Meijberg (“de Dille”) en Ep Meijberg (“de Kleppe”) de botter. Het werd de KP 26. De weduwe van de Dille’ is bij de overdracht, evenals de zoon van Ep Meijberg, en heeft ,net zoals zijn vader, ook “de Kleppe” als bijnaam.
De neven Meijberg voeren er tot 1961 mee. De inpoldering van het IJsselmeer belette het varen en dus ook de inkomsten vielen terug. Ze moesten te ver varen om nog vis te vangen en de overheid wilde de visserijvloot saneren. Na 1961 kende het schip verschillende eigenaren. Er werd een roef opgebouwd het nummer ging verloren en tot dat de eerder genoemde Broer Blaauwbroek de botter in 1994 kocht, werd die gebruikt in de recreatievaart. Blaauwbroek legde het schip aan de loswal in Steenwijk en ging met de restauratie aan de slag. Na zeven jaar noeste arbeid meerde Blaauwbroek het schip in 2002 af in de herstelde oude Buitenhaven, het oude nummer KP118 was bij de restauratie weer tevoorschijn gekomen. Toen de kinderen het huis waren werd het varen van de botter voor het echtpaar Blaauwbroek te zwaar.
De Stichting startte de onderhandelingen met Blaauwbroek en kon het schip uiteindelijk, met behulp van de jubilerende Rabobank, kopen. Voor de stichting was het feit dat het schip van verschillende Kampenaren is geweest een extra reden om te proberen het schip voor Kampen te houden.
Op 4 november 2006 vond de feestelijke overdracht plaats.
Ieder schip werd in die tijd aangepast aan de zee waarin ze visten. De Kamper botters waren laag en plat, want in het oostelijke deel van de Zuiderzee was het water minder diep en was er minder deining dan aan de westkant.”
KP32
naam | eigenaar/schipper | van | tot | gebruik |
HK71 | Jan Jansen – Harderwijk | 1901 | 1915 | visserij |
KP32 | Menno Drenth – Kampen | 1915 | 1949 | visserij |
KP32 | Tjembo Drenth – Kampen | 1949 | 1958 | visserij |
KP32 | Fam. de Jong – Gorredijk | 1958 | 1966 | recreatie |
KP32 | Leopold Minks | 1966 | recreatie | |
KP32 | G.van Sisseren – Paterswolde | 1970! | recreatie | |
KP32 | Bootsma – Blauwhuis(Frl) | 1972? | recreatie | |
KP32 | Ad ’t Hoen – Enspijk | 1974 | recreatie | |
KP32 (halve botter) | Scheepswerf vd Meulen – Sneek | 1982 | 1994 | toeganspoort scheepswerf |
KP32 | Stichting tot behoud van Kamper Botters | 1994 | heden | historisch vaartuig |
KP41
Werf | onbekend – Oostwal | |||
Bouwjaar | 1901 | |||
Afmetingen | 12,65 x 4,15 m | |||
naam | eigenaar/schipper | van | tot | gebruik |
KP41 “De Twee Gebroeders” | Jan Diender – Kampen | 1913 | visserij | |
KP47? | Joh. Hermanus jr Diender – Kampen | 1918? | 1921 | visserij |
VN43 | Joh. Kwakman – Vollenhove | 1921 | 1939 | visserij / veerboot |
KP12 | onbekend – Hoogkerk | 1960? | 1971 | recreatie |
VN43 | Miedema – Harlingen | 1971 | 2001 | recreatie |
KP41 | Stichting tot behoud van Kamper Botters | 2001 | heden | historisch vaartuig |
Werf | Schepman – Kampen | |||
Bouwjaar | 1900 |
KP118
naam | eigenaar/schipper | van | tot | gebruik |
HZ50 | Cornelis Kos – Huizen | 1909 | 1936 | visserij |
UK26 “Neeltje” | Jacob van Slooten – Urk | 1936 | 1946 | visserij |
KP118 | Gerrit van Dijk – Kampen | 1946 | 1958 | visserij |
KP26 | J.W en E. Meijberg – Kampen | 1958 | 1961 | visserij |
“Breezand” | ? – Glimmen | 1961 | 1966 | recreatie |
“Breezand” | fam. Bouhuijs – Hoogeveen | 1966 | 1976 | recreatie (kajuitjacht) |
KP116 | Henk Doze – Giethoorn | 1976 | 1983 | recreatie (visserman) |
KP118 | Henk Doze – Giethoorn | 1983 | 1985 | recreatie |
KP118 | Dirk Spijkerman – Urk | 1988 | 1994 | recreatie |
KP118 | Broer Blaauwbroek – Giethoorn | 1994 | 2006 | recreatie |
KP118 | Stichting tot behoud van Kamper Botters | 2006 | heden | historisch vaartuig |
Werf | Schaap – Huizen | |||
Bouwjaar | 1909 | |||
Afmetingen | 13,65 x 4,2 m |